Deel 16: Digitale fotografie

Sinds vele jaren worden bijna alle foto's gemaakt op 35 mm kleinbeeldfilm. Elk beeldje dat op deze filmstrip belicht wordt, heeft een oppervlakte van 24 op 36 mm. Afhankelijk van de filmgevoeligheid (uitgedrukt in ISO), en het filmtype (negatief of dia), is elk beeldje op dergelijke uit film zo'n 2000 tot 4000 lijnen opgebouwd, dus 4- tot 16 miljoen beeldpunten.
Sinds enkele jaren wordt, vooral bij kleinere camera's, steeds meer gebruik gemaakt van APS-filmpjes (Advanced Photo System). Het negatiefformaat is hierbij wat kleiner, zodat de kwaliteit iets minder goed is, maar het APS systeem biedt wel een aantal praktische voordelen. De filmstrip zelf blijft in een afgesloten cassette zitten je kan vóór het volschieten van een film een andere film in je camera stoppen en later de eerste verder gebruiken, etc.
Bij de professionele (en veel duurdere) camera's wordt vaak ook middenformaat gebruikt (met negatiefgrootte van 6x4.5 cm tot 6x9 cm), of grootformaat. Bij dit laatste type kan het negatief bijna zo groot zijn als een A4-blad, zodat een extreem hoge scherpte bereikt wordt, ook bij metersgrote afdrukken.
Bij het "klassiek" (analoog) fotograferen, is het bijna niet mogelijk om nog majeure veranderingen in het opgenomen beeld aan te brengen nadat de foto op film staat. Wanneer het negatief handmatig belicht wordt, kunnen eventueel nog bepaalde delen wat harder of zachter belicht worden, maar storende elementen (zoals een lantaarnpaal voor een gebouw) kunnen onmogelijk uit de foto gehaald worden.
Bovendien weet je meestal pas na het belichten en ontwikkelen van de foto of je foto geslaagd is, zodat een aantal gemaakte foto's onherroepelijk in de papiermand belanden.
Digitale fotografie kan een aantal van de bovenvermelde nadelen opvangen. Maar hoe is het gesteld met de kwaliteit? En wat is het prijskaartje? Bovendien zijn er verschillende manieren om digitaal te gaan werken.

A. Hoe een digitaal beeld bekomen?

1) Inscannen van negatief

Dit is de minst ingrijpende manier om naar de digitale fotografie over te stappen. U behoudt uw huidige camera (en eventueel lenzen en accessoires), en blijft op gewone filmrolletjes fotograferen. U vraagt echter aan uw fotovakman om alleen het negatief te ontwikkelen, maar om deze niet op papier af te drukken. Dit negatief kan u dan in een speciale filmscanner stoppen, die aan uw computer aangesloten is. Net zoals bij een "flatbed" scanner die gebruikt wordt om documenten in te scannen, verschijnt dan de inhoud van het negatief op uw computer als een digitale foto. U kan van hieruit deze foto's dan gaan opslaan en afdrukken zoals bij een digitale camera. Dit wordt later uitvoeriger beschreven.
Het voordeel is dat u uw huidige camera en toebehoren niet van de hand hoeft te doen. U kan op elk ogenblik trouwens beslissen om uw foto alsnog op de klassieke wijze van op negatief te laten belichten.
Het nadeel is dat u wel moet investeren in een filmscanner, tenzij u het inspannen bij een gespecialiseerde fotovakhandel laat uitvoeren. Tegenwoordig zijn er echter betaalbare filmscanners die een heel behoorlijke kwaliteit hebben, terwijl het laten scannen van een negatief in een gespecialiseerde vakhandel nog vrij prijzig is (tot meerdere honderden frank per negatief).
Een tweede nadeel is dat de meeste filmscanners slechts in staat zijn om één kleinbeeld negatiefstrook tegelijk in te scannen. Je moet dan handmatig zo'n zes stroken in het toestel schuiven om een hele film in te scannen (aan een snelheid van zo'n 1 à 2 minuten per negatief). Voor de meeste types filmscanners bestaan er wel APS-feeders, waardoor een hele APS-film automatisch sequentieel ingescand wordt. Voor de duurdere scannertypes bestaan er ook aanbouwsystemen die automatisch bijvoorbeeld dia's sequentieel verwerken.
Tenslotte biedt deze vorm van digitale fotografie niet de andere voordelen die u met de hieronder beschreven systemen wél hebt: onmiddellijk het gemaakte beeld kunnen bekijken, mislukte foto's wissen zodat er niet betaald moet worden voor de ontwikkeling ervan, etc.
Er bestaan verschillende merken van film- en diascanners, o.a. de Canon Canoscan, Nikon Coolscan, Minolta Dimage, Polaroid Sprintscan, Microtek Artixscan. De prijs loopt uiteen van een kleine 20 000 tot zo'n 80 000,- BEF wie de allerbeste kwaliteit wil met automatische film-feeder.

2) Digitale camera

De meest voor de hand liggende manier om digitale foto's te maken is een digitale camera aan te schaffen. In dergelijke camera zit op de plaats waar normaalgezien het filmpje belicht wordt een licht-gevoelige chip: een CCD (Charge Coupled Device). Dergelijke CCD bestaat uit een heleboel aparte licht- en kleurgevoelige cellen, zowat te vergelijken met de fotoreceptoren van het netvlies. Elk van deze "receptoren" zendt zijn informatie (een pixel) door naar een centrale verwerkingseenheid, waar het beeld opgebouwd wordt. Het is dan ook duidelijk dat de kwaliteit van het opgenomen beeld vooral afhankelijk zal zijn van het aantal "receptoren" van de CCD. De allereerste digitale camera's hadden een resolutie van 640x480 pixels, wat ongeveer de kwaliteit van een Tv-beeld is. De huidige minimumstandaard is zo'n twee megapixels (2 miljoen pixels), hetgeen ongeveer 1600 x 1200 pixels betekent. Camera's die drie megapixel beelden maken zijn ondertussen ook betaalbaar geworden. Deze toestellen produceren dan beelden van ongeveer 2000 x 1500 pixels. Sommige apparaten worden aangeprezen omdat ze 6 megapixel beelden zouden maken, maar dat is niet helemaal juist: de camera heeft dan een CCD die 3 megapixel beelden capteert, en door softwarematige interpolatie worden dat er dubbel zoveel.

Cameratypes

Het gamma digitale camera's kan grofweg in 2 types opgedeeld worden: de toestellen die compact zijn, met een vaste zoomlens en die meestal volautomatisch werken, en daarnaast de toestellen die voor de gevorderde amateur-fotograaf en professioneel gebruik bedoeld zijn. De laatste toestellen zijn meestal gebouwd vertrekkend van een bestaande reflexcamera met verwisselbare lenzen
Enkele voorbeelden uit de compacte serie met vaste lens zijn: Nikon Coolpix serie, JVC Pro-Still, Fujifilm FinePix serie, Canon Powershot serie, Kodak DC serie, Sony Cybershot en Mavica serie, Toshiba PDR serie, Leica Digilux, en nog enkele andere merken.

In de categorie van de meer professionele camera's is de keuze wat beperkter. De meeste grote cameramerken hebben meestal één dergelijke camera in hun assortiment. Zo zijn er de Nikon D1, Canon EOS D30, Kodak DCS-330 en 315, Fujifilm FinePix S1 Pro. Deze toestellen bieden uiteraard dezelfde flexibiliteit als een reflexcamera, maar kosten minstens 100 000,- BEF tot meer dan het dubbele daarvan. Wie echter een digitale camera professioneel wil gebruiken waarbij macro-fotografie belangrijk is, bv. voor fotografie van oculoplastische ingrepen, kan niet om dergelijk toestel heen. Er moet wel rekening mee gehouden worden dat de CCD-oppervlakte van deze camera's kleiner is dan de 24x36mm bij kleinbeeldopnames. Dit heeft als gevolg dat de lenzen voor gewone fotografie een andere beeldvulling geven. Een voorbeeld: wie een 50mm lens op een Canon EOS D30 gebruikt, zal hetzelfde beeld bekomen als met een 80mm lens bij een gewone reflexcamera: een vergroting dus van 1.5x. Dit heeft als nadeel dat je voor breedhoek-fotografie erg dure lenzen moet kopen zoals bv. een 20mm lens die dan de beeldhoek geeft gelijkaardig als een 30 mm lens bij een kleinbeeldopname.

3) Siliconfilm inzet voor uw analoge camera

Wie reeds veel geld geïnvesteerd heeft in een reflexcamera en een heleboel lenzen, moet zeker de ontwikkeling van de e-Film volgen ( www.siliconfilm.com). Deze firma brengt een CCD-chip-met-opslaggeheugen op de markt dat de vorm heeft van een gewoon kleinbeeldfilmpje met filmlip. Als je dit rolletje in je "gewone" reflexcamera stopt, heb je meteen echte digitale opnames en kan je zowel je camera als je eigen lenzen blijven gebruiken. Het lijkt de ideale oplossing, te meer daar dit kleinood met accessoires voor PC-connectie erbij slechts 800 USD moet kosten.
Er zijn echter enkele nadelen aan verbonden: de ontwikkeling van deze e-Film is reeds een hele poos aan de gang, en de lancering ervan wordt steeds maar uitgesteld (over een periode van reeds meer dan 2 jaar). Bij de beginperiode van de ontwikkeling van de e-Film waren CCD's van 2 megapixel nog zeldzaam, en de e-Film heeft dan ook slechts een resolutie van 1280x1024 pixels, wat naar de huidige normen nogal karig is. Bovendien wordt van een zeer compacte CCD gebruik gemaakt, zodat de focale lengte van de kleinbeeldlenzen met 2.5 vermenigvuldigd moet worden: een 50mm standaardlens wordt bv. een 125 mm! Dus moet je al een (dure) 20mm breedhoeklens aanschaffen als standaardlens, en breedhoekopnames zijn eigenlijk niet mogelijk.

B. Hoe deze digitale beelden opslaan en bewerken?

SmartMedia

De meeste toestellen tonen onmiddellijk na het maken van de opname de foto op een klein LCD-kleurenschermpje, zodat u kan verifiëren of de foto geslaagd is. Indien de foto goed is, moet deze ook bewaard worden in het toestel zodat u deze later kan (laten) afdrukken. De meeste camera's slaan de beelden (uiteraard) digitaal op in "Smartmedia" kaarten. Dit zijn kaartjes van zo'n 3 op 4 cm groot waarin 8 tot zelfs 128 megabyte opslaggeheugenchips zitten. Op deze laatste passen meer dan 100 beeldjes, maar ze zijn nog vrij prijzig. Er bestaan zelfs kaartjes van IBM (Microdrive cards) waarin een minuscule harde schijf zit die tot meer dan 500 megabyte kan opslaan.

Transfer naar computer

Ongeacht hoeveel beeldjes er kunnen opgeslagen worden in de camera, ooit zit het geheugen vol met foto's. Deze beelden moeten dan naar de computer overgebracht worden. Dit kan op twee manieren. Een eerste manier is om de camera te verbinden met de computer via een USB (Universal Serial Bus) kabeltje. Op deze manier kunnen de foto's op de harde schijf van de computer geplaatst worden. De tweede manier is om het gevulde smartmedia geheugenkaartje in een kaartlezer te stoppen die (permanent) met de computer verbonden is. Ook hier weer worden de beelden naar de harde schijf van de computer getransfereerd zodat het smartmedia geheugenkaartje weer leeg is en klaar om nieuwe opnames op te maken.

Opslaan van beelden

Hoewel de opslagcapaciteit van de huidige harde schijven bijna niet vol te krijgen is, moet er toch rekening mee gehouden worden dat al wat hierop staat niet "veilig" is. Harde schijven vertonen namelijk slijtage, demagnetisering en niet onfrequent zelfs "crashes" waardoor informatie verloren kan gaan. Het is dan ook nodig om een back-up te maken op een "veilige" informatiedrager. Er zijn eigenlijk maar twee dragers die werkelijk voor verschillende decades hun informatie vasthouden: optische schijven en beschrijfbare CD-ROMs. Omdat optische schijven en bijhorende speciale diskdrives peperduur zijn, genieten Cd-rom's zeker de voorkeur: een CD-writer heb je voor zo'n 15 000 BEF, en de schijfjes kosten slechts zo'n 50 BEF per stuk (met een capaciteit van 650 Mb per schijfje).
Recent bracht Sony een nieuwe Mavica camera uit die de beeldjes dadelijk opslaat op recordable Cd-rom's via een ingebouwde CD-recorder. Deze beelden zijn dan ook meteen gearchiveerd, wat een belangrijk voordeel is.

Bewerken van de beelden

Het grootste voordeel van digitale fotografie is dat de foto nog niet als "af" moet beschouwd worden wanneer hij gemaakt is. Wanneer het digitale beeld in een grafisch programma geopend wordt, kunnen immers nog allerlei modificaties gebeuren. Het bekendste foto-bewerkingsprogramma is Adobe Photoshop, maar Paintshop Pro, en nog verschillende andere programma's kunnen hier eveneens voor gebruikt worden. Wie een (film)scanner of digitale fotocamera aankoopt, krijgt overigens vaak dergelijk programma gratis erbij geleverd.
De meest eenvoudige bewerking is het "croppen" van foto's: ongewenste delen kunnen weggesneden worden, zodat het onderwerp van de foto beter tot zijn recht komt. Een automatische functie in alle beeldbewerkingsprogramma's is het "opscherpen" van het beeld: lichte bewegingsonscherpte of onscherpte door focuseringsafwijkingen worden op die manier gecorrigeerd. Een andere veelgebruikte functie is het "rode oog verwijderen", dat door veel fotobewerkingsprogramma's zelfs automatisch kan uitgevoerd worden. Meer geavanceerd is de bewerking van de foto, waarbij ongeveer alles mogelijk is: iemand een andere haarkleur geven, een storend element op de achtergrond verwijderen, of zelfs het onderwerp op een geheel andere achtergrond plaatsen, om er maar enkele te noemen.

C. Hoe dit digitaal beeld op papier zetten?

1) Zelf afdrukken

Er bestaan 4 verschillende types van printers die foto's kunnen afdrukken. De duurste categorie zijn de fotoprinters zoals bv. van Kodak. Deze machines kosten meer dan 300 000,- BEF en worden hier dan ook niet verder besproken. Daarnaast zijn er de kleurenlaserprinters, die je tegenwoordig vanaf zo'n 100 000,- BEF kan vinden, wat toch nog duur is om alleen foto's mee uit te printen. Daarenboven kunnen laserprinters alleen op "gewoon" papier printen, waardoor een foto nooit zo'n mooie glans kan krijgen als op fotopapier. Er zijn ook thermische wax-printers, maar die worden steeds minder gebruikt voor fotoafdrukken. Tenslotte zijn er de inkjet-printers, waarvan de foto-printkwaliteit de laatste jaren enorme sprongen vooruit gemaakt heeft, terwijl deze bijna nooit meer dan 20 000,- BEF kosten. Inkjet-printers vind je van verschillende merken zoals Canon, Epson en Hewlett-Packard. Elk merk gebruikt zijn eigen systeem om foto's zo realistisch mogelijk te laten overkomen (zeer fijne puntjes spuiten op het papier, kleuren mengen, gebruik maken van maar liefst 7 verschillende verfpatronen enz). Prints kunnen gemaakt worden op gewoon papier, maar voor foto's gebruik je beter dik glanzend fotopapier (dat eigenlijk uit plastic en niet van papier gemaakt is), zodat je deze print zonder vergrootglas nauwelijks nog kan onderscheiden van "echte" fotoafdrukken. Alle inkjet-printers kunnen tot A4-formaat afdrukken, en de iets duurdere types tot A3 of zelfs A2-posters. Het is wel belangrijk te vermelden dat het "mooie" foto-afdrukpapier zeer duur is (50 BEF per vel is geen uitzondering), en dat je best papier koopt van hetzelfde merk als de printer omdat er anders vlekken en andere problemen kunnen ontstaan. Ook moeten de inktcassettes regelmatig bijgevuld worden, omdat het afdrukken van foto's flink wat inkt verbruikt. De minimumkost per foto van 10x15 formaat is dan ook steeds minstens 30,- BEF, en dat is nog zonder de aankoopprijs van de printer gerekend.

2) Laten afdrukken

Mijn persoonlijke voorkeur gaat &endash;op dit ogenblik- dan ook uit naar het laten afdrukken van foto's. Je kan hiervoor beroep doen op een gespecialiseerde fotovakhandel, maar tegenwoordig kan dit ook online. De firma Spector bv. biedt via zijn website de mogelijkheid aan om foto's te uploaden die dan enkele dagen later bij een spector-fotograaf in de buurt kunnen afgehaald worden. Nog handiger is de nieuwe  AgfaNet dienst: via een (gratis te downloaden) programma kun je al je foto's uploaden, je creditkaartnummer opgeven, en je foto's worden binnen enkele dagen door de post bij thuis bezorgd. Dit kost per 10x15 foto 14,- BEF, plus 100,- BEF per verzending (de foto's komen voorlopig nog vanuit Zwitserland).

De huidige generatie digitale camera's biedt een beeldkwaliteit die kan wedijveren met gewone fotografie. Voor het afdrukken met een inkjet-printer is de prijs van het speciale fotopapier en de inkt nog een belangrijk argument om het afdrukken uit te besteden, eventueel via een online dienst.

Dr. Peter Stalmans
Dienst Oogziekten UZLeuven

top ^